Bladpootrandwants

De bladpootrandwants is een exoot in Europa die oorspronkelijk uit Amerika komt. De laatste jaren worden ze steeds meer waargenomen in België en Nederland. In België wordt de soort sinds 2006 waargenomen en in Nederland sinds 2007.

In zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied voedt de bladpootrandwants zich zijn gehele leven met het sap van de zich ontwikkelende kegels van coniferen. Hierdoor verdorren de zaden en ontwikkelen de kegels zich vaak niet volledig, hij wordt dan ook soms beschouwd als een plaaginsect in Noord-Amerika. De Engelse naam voor de bladpootrandwants is dan ook de Western Conifer Seed Bug.

Ze komen voor in bossen maar soms worden ze ook weleens in achtertuinen gevonden. Hun primaire verdediging is het afscheiden van een bitter, onwelriekend vocht, maar soms kunnen ze ook juist aangenaam naar appels, bananen of dennen ruiken. Echter, als ze ruw wordt behandeld zullen ze proberen te steken met hun steeksnuit (rostrum), al zijn ze nauwelijks in staat om letsel te veroorzaken bij de mens. De steeksnuit is voornamelijk gemaakt om plantensap te zuigen en niet om bijvoorbeeld gif te injecteren. Bron: Wikipedia