Bonte strandloper - Calidris alpina


De talrijkste strandloper, die in de Waddenzee met honderdduizenden
voorkomt; in het binnenland schaars. Heeft in het verleden in Nederland
gebroed. In zomerkleed onmiskenbaar, maar buiten de broedtijd te
verwarren met andere soorten. Broedt in het noorden van noordelijk
halfrond en kent vele ondersoorten. Hiervan komen er in Nederland zeker
drie voor: alpina, schinzii en arctica.
Kleine strandlopersoort; alleen de kleine strandloper en de Temmincks strandloper zijn kleiner. Korte tot middellange, aan de punt iets omlaag gebogen snavel. Zwarte poten, geen witte stuit. In prachtkleed onmiskenbaar door de zwarte buikvlek en de overwegend oranje- of roodbruine bovenzijde. In vlucht met smalle witte vleugelstrepen; staart en stuit met donkere streep, geflankeerd door wit. Talrijkste strandloper en daarom de sleutelsoort tot herkenning van de andere soorten.
Geluid: Hees, benauwd trillertje.
Bron: Vogelbescherming Nederland