Gele ganzenbloem - Glebionis segetum


Diagnostische kenmerken: Bladen
 blauwgroen, grof getand tot veerspletig, de bovenste tot minder dan de 
helft ingesneden. Lintbloemen geel (zelden ontbrekend), de nootjes ervan
 met 2 vleugels. Buisbloemen geel, de nootjes ongevleugeld, 10-ribbig. 
Pappus ontbrekend. Stroschubben ontbrekend. 
Hoogte bloeiende plant: 0,30-0,60 m.
Bloeitijd: Juni-herfst.
Standplaats: Op open, vochtige tot droge, voedselrijke, zandige, omgewerkte grond in akkers en bermen. 
Zeldzaamheid en verspreiding: Plaatselijk
 vrij algemeen 

