Lamsoor


Diagnostische kenmerken: Bloeiwijze een 
schermvormige pluim, sterkvertakt, de eindelingse delen bestaande uit in
 aren gerangschikte kleine groepjes van 1-5 bloemen; deze groepjes 
hebben elk 3 schutbladen (buitenste, middelste en binnenste. Langste 
aren
 1-2 cm lang, dichtbloemig: in het onderste deel met meer dan 5-8 
groepjes bloemen per centimeter, de onderste 2 groepjes 1,5-3 mm 
uiteenstaand; buitenste schutblad van elk groepje 1,7-3 mm lang. 
Helmknoppen geel. Stengel rolrond of iets kantig. Bladen 1,5-3 cm breed,
 in de steel versmald, stomp, stekelpuntig, gaafrandig, leerachtig, 
kaal. Schutbladen stomp of spits tot toegespitst, alleen de bovenste met
 dicht opeenstaande bloemen. Kelkzoom met 5 driehoekige slipjes. 
Bloemkroon blauwviolet, kroonbladen alle aan de voet vergroeid. Vrucht 
niet openspringend. 
Hoogte bloeiende plant: 0,10-0,50 m.
Bloeitijd: Juli-oktober.
Standplaats: Op schorren en kwelders, vooral op klei en langs zeedijken. 
Zeldzaamheid en verspreiding: Vrij algemeen in het Maritiem district en het Waddendistrict, zeldzaam in het Estuariëndistrict.

