Roodborsttapuit - Saxicola rubicola


Roodborsttapuiten vind je op heides, in de
duinen, in ruige, open moerasgebieden en in halfopen boerenland. Het
zijn vogels van open tot halfopen, vaak droge terreinen met enige
struweelopslag of hoog opschietende kruiden. Het goed verborgen nest
wordt op of net boven de grond gebouwd. Vanaf een uitkijkpost in het
territorium wordt het grootste deel van het uit insecten en ander klein
gedierte bestaande voedsel opgespoord. De mannetjes zijn goed herkenbaar
met zwarte kop, witte halszijden en feloranje borst.
Herkenning
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een oranje borst, maar de mannetjes vallen het meest op. De vrouwtjes hebben naast die oranje borst bruin gestreepte bovendelen en twee witte vlekken op de bovenvleugel. Mannetjes hebben dat ook, maar daarnaast hebben die een witte stuitvlek, witte halszijden en een zwarte kop. Hij zit vaak op de top van heidestruiken. De jonge vogels lijken op het gespikkelde vrouwtje, maar zijn lichter bruin en goed gecamoufleerd.
Geluid
Twee typen zang. Snelle, riedel met metaalachtige klanken; en een baltszang, met meer pauzes, heldere fluittonen en imitaties (in zangvlucht). Roep kenmerkend "wiet..tkk, tkk"; dat laatste als twee kiezeltjes die tegen elkaar aan worden getikt.
Bron: Vogelbescherming Nederland