Stinkende gouwe - Chelidonium majus


Diagnostische kenmerken: Stengel en bladen verspreid 
behaard. Bladen teer, van onderen blauwgroen, oneven geveerd of diep 
veerdelig, met 3-lobbig tot 3-spletig eindblaadje; blaadjes en slippen 
grof gekarteld. Bloemen in 2-6-bloemige schermen. Kroonbladen tot 1 cm 
lang, helder geel. Helmdraden naar boven verbreed, vaak minder dan 20. 
Hoogte bloeiende plant: 0,30-0,90 m.
Bloeitijd: Mei-herfst.
Standplaats: Op
 licht beschaduwde, voedselrijke, matig droge, omgewerkte grond, vooral 
in het stedelijk gebied, ook in lichte loofbossen en struikgewas langs 
rivieren en aan de binnenduinrand, soms op muren. 
Zeldzaamheid en verspreiding: Zeer algemeen; vrij zeldzaam in het Drents district, het Noordelijk kleidistrict en de IJsselmeerpolders.

