Witte dovenetel - Lamium album

Diagnostische kenmerken: Bloemkroon roomwit, zeer zelden lichtroze; de onderlip groengeel gevlekt. Haarring in de kroonbuis scheef opstijgend. Stuifmeel bleekgeel. Bladen groen, ongevlekt.
Hoogte bloeiende plant: 0,30-0,60 m.
Bloeitijd: April-herfst.
Standplaats: Op vochtige, zeer voedselrijke, omgewerkte grond in bermen, in bemeste weilanden en in en aan lichte loofbossen.
Zeldzaamheid en verspreiding: Zeer algemeen.